Volksvreemd vermaak vertelt het onbekend gebleven, soms hilarische en soms schrijnende verhaal over koloniale medelanders voor en tijdens de Duitse bezetting. Surinamers, Indonesiërs, Antillianen en anderen van kleur konden na 1940 niet terug naar hun land van herkomst. Velen verdienden al sinds de jaren dertig hun boterham – of extra zakgeld – in de wereld van vermaak en vertier. Na de Duitse inval nam de vraag naar podiumkunst met een uitheems tintje alleen maar toe: mensen snakten naar afleiding van de grauwe werkelijkheid. Voor vele Duitse militairen – tuk op zwarte jazz, krontjong en Javaanse dans – gold hetzelfde, tot grote woede van NSB-leden en andere collaborateurs. Bovendien wilde het Duitse bewind het ‘broedervolk’ niet verontrusten door meteen alles te verbieden. De Kultuurkamer raakte in een crisis en de bezetter bleef worstelen met de ongekende diversiteit. Surinamers, Indonesiërs en andere medelanders speelden met creativiteit en inzet nog lange tijd door op de amusementspodia – totdat voor sommigen het doek alsnog viel. De NSB kreeg haar zin.
Lizzy van Leeuwen is cultureel antropoloog en publicist, onder meer voor De Groene Amsterdammer en Vrij Nederland. Ze publiceerde eerder onder meer Ons Indisch erfgoed, De hanenbalken en Indra, een wajangleven.
Over Ons Indisch erfgoed:
‘Uitstekend gedocumenteerd, met oog voor detail én het grote geheel, een intelligente gedachtegang en een meeslepende schrijfstijl.’
Alfred Birney
Over Indra, een wajangleven:
‘Een uitstekende biografie over een bijzondere man, waarin de schijnwerper op een interessante hoek van het culturele leven tijdens en na de oorlog wordt gezet. De blik op de geschiedenis, Indra’s omgang met identiteit en de veranderende politieke, culturele en etnische context leveren een boeiende confrontatie op.’
Nelleke Noordervliet