Aan het begin van de eenentwintigste eeuw waaide een revolutionaire geest door de straten. Er leek een strijd van allen tegen allen te zijn losgebarsten, van oud versus jong, zwart versus wit, man versus vrouw, terwijl ons intussen voortdurend een apocalyptisch einde werd voorgehouden van de aarde zelf.
Wat zal onze nalatenschap zijn, over honderd of duizend jaar? Kan een stem uit het verleden ons nog wat leren? De Duits-Amerikaanse filosoof Herbert Marcuse was een held van de jaren zestig, bestsellerauteur en ongekozen leider van de studentenopstanden, maar is tegenwoordig nagenoeg vergeten. Hij schreef over de noodzaak van negativiteit (tegen het hartje op Instagram), de irrationaliteit van rationaliteit (waar onherroepelijk ook complottheorieën uit volgen), de grote weigering (#ikdoenietmeermee) en de manieren waarop uiteindelijk elke revolutie wordt ingelijfd. Want onze tijd lijkt er misschien een van tegenstellingen en polarisatie, maar volgens Marcuse voltrekt de strijd zich geheel en al binnen dezelfde eendimensionale dimensie, gecreëerd door een systeem dat uiteindelijk zowel mens, dier als aarde volledig zal uitputten.
En toch zag hij ook een uitweg.
Marian Donner (1974) schrijft voor onder meer De Groene Amsterdammer. Ze publiceerde eerder de romans 08.30 uur: opstand en Lily, en het Zelfverwoestingsboek, waarvan de rechten aan vijf landen werden verkocht.
Over Zelfverwoestingsboek:
‘Een vrolijk pleidooi voor nietsontziende woede. Donner is vlijmscherp als ze beschrijft hoe het kapitalisme onze identiteit in kwantificeerbare mootjes hakt.’
NRC HANDELSBLAD ****