Proulx neemt ons mee op een fascinerende reis door de geschiedenis en toont ons de vennen van het 16e-eeuwse Engeland tot de laaglanden van de Hudsonbaai in Canada, het Russische Great Vasyugan Mire, het Amerikaanse Okeefenokee National Wildlife Refuge en de 19e-eeuwse ontdekkingsreizigers die begonnen met de vernietiging van het Amazoneregenwoud. Onderweg schrijft ze over de ziekten die in de moerasgebieden zijn voorgekomen – de Ague, malaria, moeraskoorts – en de verrassend belangrijke rol van turf in de industrialisatie.
Veen, drassen, moerassen en mariene estuaria zijn de meest wenselijke en betrouwbare hulpbronnen van de aarde. In vier verbluffende delen documenteert Proulx de lang onbegrepen rol van deze veengebieden bij het redden van de planeet.