Tijdens de coronacrisis kwam de vraag op waarom de Europese Unie (EU) niet actiever ingrijpt. In dit boek wordt dit uit de doeken gedaan. Jammerkreten over ‘te veel EU’ en ‘te weinig EU’ wisselen elkaar af sinds de start van de Europese eenwording. De auteurs nemen duidelijk stelling: de kracht van de EU wordt bepaald door de kracht van de samenstellende delen, dus van de 27 lidstaten, zelfstandig opererende natiestaten, met hun eigen geschiedenis, tradities, taal en cultuur. Tegen die achtergrond worden actuele ontwikkelingen binnen de EU bekritiseerd, met meteen daarop aansluitend een tegengeluid van een andere auteur om de lezer zelf zijn conclusies te laten trekken.
Daarvoor is het noodzakelijk op de hoogte te zijn van de activiteiten die de EU tot een succes maken. Het gaat hierbij vooral om de interne markt en om de euro. De schaduwkanten worden niet weggemoffeld, zoals het profijt dat de maffia heeft van de Europese landbouwsubsidies en de niet ingeloste belofte van welvaartsstijging voor iedereen.
Vervolgens wordt het Europees beleid omtrent klimaatverandering besproken, uitmondend in de Green Deal, nu een beetje op de achtergrond zo lijkt het, maar na de coronapandemie zeker niet meer. Aan de inspanningen van de EU om de lidstaten te ondersteunen bij het bestrijden van deze pandemie is een volgend hoofdstuk gewijd. Onder meer door vaccinontwikkeling in een hogere versnelling te brengen.
Dit boek is een bron van inspiratie voor iedereen met interesse in de relatie tussen de EU en de lidstaten. Voor primair, voortgezet en hoger onderwijs biedt het een uitgelezen kans tot verdieping te komen bij het vormgeven aan Europese en Internationale Oriëntatie (EIO). Het aansprekende, concreet uitgewerkte project waarmee dit boek afsluit, biedt daarvoor alle mogelijkheden. In de bijbehorende online bijlage staan concrete opdrachten en suggesties bij de hoofdstukken die regelmatig worden aangevuld, ideaal voor onderwijs en debatbijeenkomsten.