Deze cultuuranalytische studie concentreert zich op drie literaire
werken (en hun bewerkingen) die historisch gemarkeerd zijn. Bordewijks
Karakter uit het interbellum; Gerard Reves De avonden
van vlak na de Tweede Wereldoorlog, en Tom Lanoyes recente
theaterstuk Hamlet versus Hamlet. De auteur leest die werken
als paradigma's van drie lacaniaanse posities: de neurotische, de
perverse en de grens van de psychotische positie. Hij doet dat niet
als formele exercitie maar in de context van een historische ontwikkeling
en een cultuurfilosofische maatschappijanalyse en aan
de hand van wat hij benoemt als een 'hamletconstellatie'.
De hamletconstellatie is een supplementair model naast het oedipuscomplex,
dat noodzakelijk is om een subjectpositie van het
twintigste en eenentwingste eeuwse subject te duiden. Met het
oedipuscomplex was het mogelijk de neurotische constructie van
het patriarchale meesterdiscours te duiden. Dat meesterdiscours
was gebaseerd op een top-downstructuur in de betekenisconstructie,
waarbij de externe grond van het gezag een hiƫrarchische
positie innnam ten opzichte van het subject. De basis van een
horizontale autoriteit is een gemeenschappelijk aanvaarden van
een grond, de wetten waarop het gezag gebaseerd is. Het is een
overtuiging die gebaseerd is op een sinthomatisch denkmodel dat
geen oedipale of heteronormatieve grondwaarden meer erkent
en dat deel is gaan uitmaken van onze identiteit, net zoals autoriteit
gebaseerd op een patriarchale piramide dat vroeger deed.
Bart Vieveen studeerde van 1977-1983 aan de Universiteit Leiden
en werkte van 1999-2006 bij het Ro-theater. Sinds 2006 is hij
rector/bestuurder bij het Stedelijk Gymnasium in Leiden. Op 29
mei 2019 promoveerde hij in de Geesteswetenschappen aan de
Universiteit Leiden.