Dit boek schetst de actuele situatie van de Kerk in Europa, een crisissituatie die een culminatiepunt bereikt heeft en niet lang meer houdbaar is. Het beschrijft en evalueert de huidige toestand en presenteert hervormingsvoorstellen op drie terreinen: kerkelijke structuren en ambten, moraaltheologie en oecumene. Dit boek is bestemd voor een publiek met interesse in religie, in het christendom en de toekomst van de Katholieke Kerk in het bijzonder. De ideeën en voorstellen worden onderbouwd met zowel theologische als maatschappelijke argumenten. Het is een binnenperspectief van een katholieke theoloog die overtuigd is van de urgentie van hervormingen, wil het christendom nog toekomst hebben in Europa.
Het boek biedt zowel beschrijving, waardeoordeel als concrete voorstellen, geïllustreerd met historische informatie. Op een aantal domeinen worden de gebaande paden verlaten om creatieve vernieuwingen te schetsen om tot een hedendaags geloofsverstaan te komen. Zo worden op het vlak van de kerkstructuren onder meer de instelling van verkozen, permanente synodes op alle niveaus voorgesteld evenals de afschaffing van het seminariesysteem, de beperking van benoemingen in de tijd, de verruiming en deklerikalisering van het ambt, het voordragen van kandidaat-priesters door de lokale geloofsgemeenschappen, decentralisatie en subsidiariteit, een hervorming van het pausambt en de Romeinse curie. Inzake moraaltheologie wordt gepleit voor de volledige gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen, hetero- en homoseksuelen, de erkenning van diverse relatievormen, een andere benadering van het huwelijk, een hedendaagse houding in verband met anticonceptiva en in-vitrofertilisatie en een meer genuanceerde opvatting over abortus en euthanasie. Ten slotte wordt een lans gebroken voor het daadwerkelijk herstel van de eenheid onder de diverse christelijke Kerken.
Werner Van laer studeerde economie en theologie, met specialisatie kerkgeschiedenis. Sinds een zestal jaren is hij ook professioneel verbonden aan de Katholieke Kerk, als econoom. Zo wist hij zijn wetenschappelijke theologische achtergrond te combineren met concrete en praktische terreinkennis.