Een goede band of de gepaste golflengte tussen arts en patiënt leveren aantoonbaar gezondheidseffecten op. Maar wat als de ontmoeting moeilijk loopt? Wat als de patiënt ondanks een goed contact het voorschrift niet volgt of negatieve gevoelens aanhouden adviezen, pogingen tot opbeuring of medicijnen ten spijt? Dan kan het misschien helpen zich af te vragen of de verstandhouding wordt verstoord door zogenaamde overdracht vanuit de patiënt.
Bij overdracht heeft de patiënt een vertekend beeld van de hulpverlener ten gevolge van gevoelens of gevoeligheden uit het verleden die buiten ons bewustzijn hun stempel drukken. Het kan om iets eenvoudigs gaan zoals een arts of andere hulpverlener die ervaren wordt als een bezorgde moeder, of complexer wanneer wordt overgedragen dat alle moederlijke vrouwen gevaarlijk zijn en de patiënt zich niet meer openstelt. Dergelijke 'overdracht' is altijd onbewust; we weten het niet maar voelen het zo aan en handelen ernaar. Als de patiënt vanuit deze overdracht in relatie treedt, wordt onbewust druk op de arts of andere hulpverlener uitgeoefend om zich conform deze overdracht te gedragen.
Naast een gezondheidsvraag speelt in het consult met andere woorden een onbewuste, belemmerende dynamiek. De auteurs, vrijwel allemaal werkzaam als psychoanalyticus, laten aan de hand van herkenbare praktijkvoorbeelden zien hoe die onbewuste dynamiek werkt. Bijvoorbeeld als iets niet helemaal pluis lijkt, bij niet-objectiveerbare lichamelijke klachten of in het omgaan met de dood.
Overdracht maar ook (tegen)overdracht vanuit de hulpverlener komen uitgebreid aan bod. Ook wordt de stand van zaken rond wetenschappelijk onderzoek inzake effectiviteit van psychoanalytische behandelingen besproken. In de laatste drie hoofdstukken worden handvatten aangereikt om de onbewuste dynamiek in de praktijk te herkennen en te hanteren.
Over de auteurs
Met bijdragen van Ad Bolhuis, Quin van Dam, Petra Elders, Cileke Exler, Sylvia Janson, Kees Kooiman, Famke Kwee, Frans Schalkwijk en Marie-José Vertriest.