Sociaal werkers maken voortdurend agogische keuzes, gebaseerd op vooronderstellingen en beelden over wat waar is en wat niet, over wie de mens is, over hoe een goede samenleving eruitziet, over wat goed handelen is en over wie de ander is die ik ontmoet. Wat een sociaal werker schrijft, zegt of welke acties hij onderneemt, is nooit het onbetwistbare resultaat van een wetenschappelijke formule of een objectieve berekening. Hij wordt voortdurend uitgedaagd om kritische vragen te stellen, zeker ook over zijn eigen overtuigingen. Hij zal moeten filosoferen.Filosoferen is een spel. Het is spelen met de heersende principes, de gangbare opinies en de gedeelde waarden van een samenleving. Het is graven naar de onderliggende vooronderstellingen die hen schragen en hen testen op hun houdbaarheid, maar het is geen vrijblijvend spel. Diepgewortelde ideeën ter discussie stellen kan ontwrichtend zijn. Filosofie brengt zowel het denken als mensen, de samenleving dus, in beweging. Dit maakt de filosofie tot een krachtige bondgenoot voor alle beroepen die sociaal onrecht aan de kaak stellen en streven naar een meer rechtvaardige samenleving.Over de auteursDaniël Janssens, Aleidis Devillé en Jonathan Lambaerts zijn allen verbonden aan de Opleiding Sociaal werk van Hogeschool Thomas More, Campus Geel.Wim Wouters is raadgever sociaal werk, armoede en diversiteit op het kabinet van Jo Vandeurzen, Vlaams minister van Welzijn.