Over het boek:
Sommige leerlingen profiteren onvoldoende van het onderwijsaanbod van de school. Zij ondervinden onderwijsleerproblemen ofwel belemmeringen in hun ontwikkeling in de context van onderwijs. Het kan hierbij gaan om problemen met de verwerving van basisvaardigheden (zoals lezen, spellen of rekenen), maar ook om tekorten in meer basale taal- en geheugenfuncties of verstoringen van de motivationele, emotionele en sociale processen, die onlosmakelijk met leren verbonden zijn. Leerlingen met onderwijsleerproblemen hebben adequate ondersteuning nodig in de vorm van een interventie die op hun probleem is toegesneden. Zowel van scholen als van meer gespecialiseerde instellingen wordt in toenemende mate verwacht dat zij in staat zijn om deze ondersteuning te bieden. Daarvoor is kennis van de werkzame bestanddelen van interventies en van interventieprincipes onontbeerlijk.
In dit boek wordt een overzicht gegeven van recente ontwikkelingen in het onderzoek naar interventies op het gebied van onderwijsleerproblemen. In elk hoofdstuk wordt, op basis van de kenmerken van het betreffende onderwijsleerprobleem, geschetst waar interventie op gericht zou moeten worden. Daarna worden elementen van effectieve interventies behandeld en, in sommige hoofdstukken, specifieke interventies besproken. Het boek is bedoeld voor (ortho)pedagogen, (school)psychologen en onderwijskundigen, die op het gebied van onderwijsleerproblemen werkzaam zijn, en voor studenten die daartoe opgeleid worden.
Over de auteur(s):
Peter de Jong en Helma Koomen zijn verbonden aan de afdeling Pedagogiek, Onderwijskunde en Lerarenopleiding en aan het Research Institute of Child Development and Education van de Universiteit van Amsterdam.