De beschrijving van de kerk die Rik Torfs in ‘De kerk is fantastisch’ geeft, is niet altijd mooi. Vaak wel. Maar de kerk is ook een plaats van verrotting, een angstige hoedster van de absolute waarheid en een zedenmeesteres die het zelf met de moraal niet altijd even nauw neemt. Dat weerhoudt Rik Torfs er niet van haar zeer te waarderen. Hij kiest acht invalshoeken om naar de kerk te kijken. De kerk als gebouw. Als pleisterplaats voor ongelovigen. Als oase. Als hospitaal. Als bron van humor. Als plek van schoonheid en als waakvlam voor de verrijzenis. Acht perspectieven die proberen iets van haar te tonen zonder haar helemaal te willen vatten. De kerk blijft ongrijpbaar. Niemand kent haar. Ook de paus niet.