Ruim tweehonderd jaar geleden ontwikkelde de filosoof Kant een kennisleer op grond waarvan kennis over het transcendente onmogelijk is. Wij zouden alleen iets kunnen weten over wat in de zintuiglijke aanschouwing gegeven is. Sindsdien leven we welhaast in een post-Kantiaanse wereld. Kants kennisleer legde mede de basis voor het algemeen geaccepteerd raken van een positivistisch wereldbeeld. Filosoof Emanuel Rutten laat in dit boek zien dat Kant ernaast zat. Het betreft een van de vroegere teksten van de Amsterdamse filosoof. Volgens Rutten blijft Kant onterecht vasthouden aan het empiristische idee dat de mens niets kan weten over datgene wat niet in de zintuiglijke ervaring gegeven is. Rutten ontwikkelt een allesomvattende alternatieve kennisleer op grond waarvan kennis over het transcendente voor ons weer mogelijk wordt. Zo wordt in onze tijd opnieuw ruimte gemaakt voor kennisclaims over God. Het is precies deze oorspronkelijke inclusieve ‘wereld voor ons’ kennisleer die aan de basis staat van veel van zijn latere wijsgerige werk.