Een jongen keert na een jaar aan de universiteit terug naar Los Angeles en brengt daar de kerstmaand door met het zich weer onder zijn vrienden mengen. Dat betekent een hernieuwde confrontatie met de wereld van auto's, muziek, videoclips, drugs, vrije liefde, te veel geld, zon, disco's, feestjes, prive-zwembaden, rondreizende gescheiden ouders, tweede huizen, minderjarige gigolo's en videospelletjes. Maar achter al deze luxe en decadentie gaan een verveling, onverschilligheid en mentale afsterving schuil die hun weerga niet kennen: iedereen heeft alles - behalve iets te verliezen. Het morele echec dat al deze jongeren bedreigt, is schrikwekkend, maar dat realiseren ze zich evenmin als het afschuwelijke maar gezichtloze geweld dat al even terloops af en toe de kop opsteekt in bijvoorbeeld snuff movies. De stijl sluit daarop aan: koel, doods, zonder enige emotie, net als de figuren. Een briljant, onvergetelijk, huiveringwekkend boek.