Ratelende wielen van karren op de kasseien, vletten vol zuurkoopwaar in de grachten: Amsterdam rond 1900, een levendige smeltkroes van geuren en culturen, van alle klassen en standen, rijk en arm, migranten en immigranten.
Zuur is wat de venters uit de Amsterdamse Jodenhoek met elkaar verbindt, dat culinaire mengsel van zout en/of azijn en kruiden waarin groenten worden ingelegd. Al was het zuur van de joodse Amsterdammers misschien niet uniek, de geschiedenis van het tafelzuur van onze hoofdstad is wél uniek. Laag voor laag brengen Monique Mulder en Paul van Ravestein in De zure stad het verhaal het Amsterdamse zuur in kaart; van inleggerijen, conservenfabrieken en -veilingen tot de venters. Het boek vertelt ook het verhaal van de mens achter het zuur.
De zure stad is een visuele biografie van een wijk, haar bewoners en een eetcultuur. Door middel van ruim vierhonderd sprekende archiefbeelden laat het zien hoe het zuur bepalend is geweest voor de culturele identiteit van Amsterdam. De augurken, uitjes en haringen schilderen de geschiedenis en de ontwikkeling van de stad Amsterdam.