In deze nieuwe bundel komen we bekende thema’s tegen, zoals de bizarre modegrillen van deze tijd, waaronder tatoeages en het opzetten van het menselijk lichaam. Het uiteenvallen van Joegoslavië leidt tot beschouwingen over het alomtegenwoordige nationalisme en de verstrengeling tussen criminaliteit en politiek. Maar ook de stand van zaken in de academische wereld en de media, en het statusverschil tussen man en vrouw. Op meer persoonlijk vlak liggen verhalen als ‘Hier is niets!’, waarin Ugrešić met taxichauffeur Boba door een landschap toert dat door patsers – onder wie rijke Russen – met terreinwagens kapot wordt gereden. Dan zijn er de mensen uit het vroegere Oostblok die in Nederland hun draai proberen te vinden door als schoonmaakster te werken of een winkeltje met producten uit hun land van herkomst te beginnen. Veel Europese en Amerikaanse steden kennen immigrantengemeenschappen waarbinnen men de sfeer uit het vroegere vaderland als een nostalgisch omhulsel probeert te behoeden. Nog dichterbij ligt het thema van Ugrešić’ moeder, die in 1946 uit Bulgarije haar geliefde – een Kroatische zeeman – achterna reisde en vanuit de trein de verwoestingen zag die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Joegoslavische landschap waren aangericht. En na haar aankomst op een stationnetje iets buiten Zagreb bleek er niemand op haar te wachten.
Over De vos:
‘Een geraffineerd bouwwerk.’ – Trouw
‘Wie zo kijkt en schrijft, kan alle vergeefsheid glans geven.’ – de Volkskrant
‘Ontsproten aan het brein van een bijzondere schrijfster’ •••• – NRC Handelsblad