Dit rijk geïllustreerde Nederlandse leerboek biedt de medische en paramedische student een goed inzicht in de oogheelkunde en de oogheelkundige praktijk.
Het Leerboek oogheelkunde is prettig leesbaar en compact, en behandelt de meest voorkomende oogheelkundige aandoeningen en bijkomende problemen. Na een viertal hoofdstukken waarin de fundamenten van de oogheelkunde besproken worden, zoals de anatomie, fysiologie, refractie, het algemene onderzoek en het speciële onderzoek, komen in elf specialistische hoofdstukken de oogheelkundige ziektebeelden ter sprake.
Ten opzichte van de vorige druk is nog meer aandacht besteed aan goede illustraties. Oogheelkunde is per slot van rekening ook een zeer visueel vak, veel van de diagnoses worden met behulp van de spleetlamp gesteld. Daarnaast is een selectie gemaakt van relevante nieuwe ontwikkelingen in het veld, zoals de behandeling van de toenemende myopie, de behandeling van cataract, de toepassing van gentherapie bij netvliesaandoeningen en nieuwe inzichten bij uveïtis en glaucoom.
Het Leerboek oogheelkunde is bedoeld voor studenten geneeskunde en studenten in de paramedische studierichtingen, zoals onder meer de opleiding verpleegkunde en de opleiding physician assistant.
Ook later in de carrière van de medicus en paramedicus blijft het boek van waarde.
De auteurs zijn ervaren oogartsen die nauw betrokken zijn bij het bachelor- en masteronderwijs aan de medische faculteiten en paramedische opleidingen.
Bij het boek hoort een website waarop de volledige inhoud van het boek te vinden is, aangevuld met interactieve toetsvragen.
Het Leerboek oogheelkunde is verschenen onder redactie van Prof. dr. H. Tan, Amsterdam UMC, Prof. dr. H.J.M. Beckers, Maastricht UMC en B.A.E. van der Pol, UMC Groningen.