In dit boek beschrijven Knoors en Marschark hoe slecht- horende en dove leerlingen leren en welke condities dat leren bevorderen. Voortbouwend op alle beschikbare evidentie uit wetenschappelijk onderzoek over pedagogische en psychologische factoren die het leren van slechthorende en dove leerlingen beïnvloeden, benadrukken Knoors en Marschark keer op keer dat het lesgeven aan deze leerlingen niet identiek is aan het onderwijzen van horende leerlingen.
In dit boek verkennen zij in afzonderlijke hoofdstukken factoren die van invloed zijn op het lesgeven aan leerlingen die slecht horen: hun taalvaardigheid en hun cognitieve, sociale en emotionele vaardigheden. Daarnaast komt op basis van wetenschappelijk onderzoek het taal-, lees-, schrijf- en rekenonderwijs aan bod. Ook wordt ingegaan op de belofte die multimediaal, computerondersteund onderwijs inhoudt en op kenmerken van de onderwijscontext en het effect ervan op lesgeven en leren.
Het boek benadrukt het belang van passende en voort- durende scholing van leerkrachten van leerlingen die slecht horen. Het overbrugt de kloof tussen wetenschappelijk onderzoek en de onderwijspraktijk en schetst wegen om de opleiding van leerkrachten verder te verbeteren.