'Er' is een klein woordje, maar het is heel typisch voor het Nederlands. Als je als anderstalige Nederlands leert, vind je 'er' waarschijnlijk ook een erg lastig woord. Als je schrijft en je hebt genoeg tijd om na te denken, gebruik je 'er' misschien goed, maar in een gesprek gaat het vaak fout. Het moet dan zo snel gaan, dat je 'er' (of een ander belangrijk element uit de zin) vergeet of op de verkeerde plaats zet. Dit boekje met interactieve audio-oefeningen op de website gaat je helpen om het woordje 'er' correct en met meer vertrouwen te gebruiken. Je gaat niet schrijven, maar spreken! Je gaat leren snel en correct te reageren op auditieve input. Met deze oefeningen train je niet alleen het correcte gebruik van 'er', maar
- je oefent je in het snel begrijpen van de gesprekspartner;
- je traint elementaire basisstructuren van het Nederlands (door die vaak te herhalen worden het automatismen);
- je verrijkt je woordenschat (want 'er' zit vaak in combinaties met een vaste prepositie en in uitdrukkingen en expressies);
- je hebt voortdurend aandacht voor de prosodie (accent, ritme, intonatie ...) van het Nederlands;
- en je oefent in een realistisch spreektempo. Deze oefeningen helpen je om vlotter en met meer zelfvertrouwen te converseren in het Nederlands. Ze zijn bedoeld voor halfgevorderde en gevorderde anderstalige cursisten Nederlands.
Met online oefenmateriaal
MARTINE PIRREAULT begon haar carrière als assistent Duitse Taalkunde aan UFSAL. Sinds 1989 is ze NT2- docent aan SCVO-SITE, Antwerpen en oprichtster van het Open Leercentrum 'de eXtra Les' in SCVO-SITE.