Het registreren van de foetale hartactie en de activiteit van de baarmoeder staat bekend onder de naam cardiotocografie en wordt wereldwijd gebruikt als methode van foetale bewaking. Dit boek is gegroeid uit de interuniversitaire opleiding cardiotocografie voor gynaecologen in opleiding. Het behandelt de basisprincipes van de cardiotocografie, het gebruik voor en tijdens de bevalling, de aanvullende technieken die kunnen aangewend worden en de praktische en medicolegale valkuilen bij het gebruik van cardiotocografie.
De opzet van het boek is systematisch en op de praktijk gericht, met talrijke voorbeelden die de lezer moeten toelaten een systematische manier voor de interpretatie van het cardiotocogram te verwerven. Het boek richt zich niet enkel tot de gynaecoloog in opleiding maar tot iedereen die betrokken is bij foetale bewaking met name de vroedvrouwen op verlosafdelingen, alle vroedvrouwen in opleiding, elke arts of verpleegkundige die tijdens de uitoefening van zijn beroep in contact komt met zwangeren.
Over de auteurs:
YVES JACQUEMYN, PAUL DEFOORT, MYRIAM HANSSENS en MONIKA LAUBACH zijn respectievelijk verbonden aan de Universiteit Antwerpen, Universiteit Gent, K.U.Leuven en Vrije Universiteit Brussel en hebben zich toegelegd op de perinatale geneeskunde. Het auteursteam werd nog versterkt door HERMAN VAN GEIJN, een wereldautoriteit op het gebied van foetale bewaking en THIERRY VANSWEEVELT, specialist in medisch recht.