Boeiend verteller, zijn betoog ondersteunend met uitvoerige citaten uit de klassieke teksten behandelt de Parijse hoogleraar Flacelière alle aspecten van liefde en erotiek in de Griekse samenleving van Homeros tot de hellenistische tijd. Hoe zag de homerische mens de liefdesbetrekkingen tussen man en vrouw zowel in mensen- als godenwereld en hoe werd gedacht over de schone Helena met het verdeelde hart? Welke was de juiste plaats en functie van de homoseksualiteit en speciaal de knapenliefde in een maatschappij die naast gewijde prostitutie en publieke vrouwen ook hetairen kende? Want mét Demosthenes dacht de grote meerderheid der Grieken van bijna alle tijden dat "het schoonste wezen de vrouw is" en in hun ogen was schoonheid en goddelijke genade.
Naast beschouwingen over huwelijk en gezinsleven weet Flacelière helder uiteen te zetten hoe schrijvers en filosofen het hunne bijdroegen tot een ontwikkeling die uitmondde in het ideaal van een huwelijk uit liefde uit de Hellenistische romans. Waar onze generatie zo'n verheugde belangstelling toont voor zeden en gewoonten, denkbeelden en levensopvattingen in het oude Griekenland en er bovendien onbevangen naar dan vorige geslachten staan tegenover de meest intieme en primair van alle menselijke verhoudingen, vormt deze gedegen studie van het liefdesleven der antieke Grieken niet slechts voor cultureel-historisch of socilologisch geïnteresseerde lezers, maar voor allen met een rwjde belangstelling een onmisbare aanvulling op de reeds in de Prisma-of Pictura-reeks verschenen boeken over de bakermat van onze Westerse beschaving en haar bewoners