Het bon-mot van de Fransen dat hun land voor iedereen een tweede vaderland is, kan men, wanneer het over de kunst gaat, met nog meer recht op Italië toepassen. Met magnetische kracht heeft Italië eeuwenlang allen naar zich getrokken die door enigerlei kunstzinnig ideaal waren bezield. Grote meesters als Van der Weyden en Brueghel kregen er hun vorming; Erasmus beleerde er de openbaring van de kunst der typografie; Goethe vond er de ware bevrijding van zijn eigenlijk wezen uit de engheid van het Duitse kleinsteeds leven. Grote kunst vindt men in vele landen, maar Italië is toch het land van de kunst in een inniger betekenis, in het bijzonder wanneer het de beeldende kunsten betreft, waarvan de rijkdommen over het gehele land verspreid zijn tot in afgelegen plaatsten waar men ze niet zou verwachten. Boven het eerste hoofdstuk van dit boek stelden de schrijvers de merkwaardige uitspraak van Plinius, die zegt dat Italië door goddelijke wil een voedster en moeder aller landen is. In dit hoofdstuk wordt schetsmatig aangegeven wat de Oudheid voor de kunstgeschiedenis heeft betekend, daarna begint de eigenlijke beschrijving bij de vroege Romaanse stijl. Een revue van alle grote namen volgt, uit de schilderkunst, de architectuur en de sculptuur: Giotto, Brunelleschi, Donatello, Mantegna, de "grote drie" van de renaissance, hun opvolgers, en de uitlopers van de grote tijd tot in de 18e eeuw. Met het Venetiaanse rococo en het classicisme van Rome is een natuurlijk e afsluiting gegeven van de "historische" kunst. De auteurs noemen hun werk een bescheiden "lees-, leer- en naslaboek". Het is bewonderenswaardig, hoe zij in een beknopte omvang een grote massa gegevens hebben samengebracht waardoor het boek inderdaad als compendium en oriëntatiemiddel te gebruiken is, maar ook dat zij het zo hebben weten te doen dat zij nergens in een droge opsomming zijn vervallen. Wie in het kort een overzicht wil krijgen van de kunst van Italië in haar voornaamste trekken, vindt hier een prettig leesbare handleiding; ook voor middelbare scholieren uit de hogere klassen en voor aankomende studenten zal zij haar nut bewijzen. Bovendien zal de toerist in Italië die de moeite neemt het boek op reis bij zich te steken, er herhaaldelijk plezier van hebben.