Het heelal dijt uit. Niet alleen in de eigenlijke, fysische zin van het woord, maar ook als de kennis- en leefwereld van de mens: onze spiegel- en radiotelescopen ontsluiten steeds weer nieuwe regionen, we sturen ruimtevaartuigen naar de maan, Mars en Venus en binnenkort hoopt de mens zelf voet op de maan te zetten.
De huidige snelle en interessante ontwikkeling in de sterrenkunde en de ruimtevaart en de uitgebreide berichtgeving hierover in kranten en begrijpelijk boek bij de hand te hebben dat de lezer antwoord heeft op de vele vragen die bij hem opkomen. In de beide delen van dit boek behandelt de auteur alle belangrijke aspecten van sterrenkunde en ruimtevaart, en hij verwerkt daarbij de meest recente gegevens.
In het eerste deel wordt vooral aandacht besteed aan ons zonnestelsel: o.a. aan de zon, onze energiebron; aan de geheimzinnige, in wolken gehulde Venus, aan de dubbelplaneet Aarde-Maan, aan Mars; een kometen en aan meteoriden, meteorieten en meteoren en vooral ook aan de gegevens die met behulp van ruimtevaartuigen verkregen zijn, en aan de toekomst van de ruimtevaart.
Het boek is geheel ingesteld op de leek die er veel wetenswaardigs in kan vinden. Het begrijpen van de tekst wordt vergemakkelijkt door een groot aantal tekeningen en prachtige foto"s. Wat deze laatste betreft is de auteur welbewust nieuwe wegen ingeslagen. Hij heeft afbeeldingen opgenomen die men zeiden of nooit in astronomieboeken vindt. Een uitgebreid register (opgenomen in deel II) vergroot de waarde van het boek als naslagwerk.