In het jaar 1744 werd te Frankfurt geboren Mayer Amschel Rothschild. Niemand wist op dat moment dat de schrikgodinnen een gouden draad voor zijn leven begonnen te spinnen. Eenmaal volwassen opende hij een winkeltje in oude munten, en zijn vrouw schonk hem vijf zonen. Vijf zonen, die op één na wegtrokken uit Frankfurt en zich vestigden in de vier voornaamste steden van Europa: Parijs, Wenen, Napels, Londen. Toen zij in 1836 met hun gezinnen in Frankfurt bijeen kwamen om een bruiloft te vieren, werd de naam Rothschild overal in Europa met ontzag uitgesproken. De Engelse zakenwereld beefde toen onder de veren van een postduif een briefje werd gevonden met de woorden: "Il est mort", alsof het een keizer gold. En de kleine Russische kleermaker, die dag en nacht moest werken, verzuchtte: "Als ik baron de Rothschild was, verkocht ik mijn jassen niet voor minder dan twee roebel per stuk." Het geslacht Rothschild groeide op in een tijd waarin de industriële revolutie zich voltrok en het kapitalisme zijn grootste bloei beleefde. Het merkwaardige, ongeëvenaarde samengaan van persoonlijke verdienste en een gunstige situatie, wordt door Roth in dit boek beschreven: de geschiedenis van de Engelse Rothschilds binnen de geschiedenis van de Victoriaanse eeuw. Een verhaal vol kleine anekdotes en belangwekkende feiten, die de kennis en de belezenheid van de auteur verraden. Een verhaal over mensen die hun rijkdom in de maatschappij ten goede wisten aan te wenden, er geestelijk niet door vervormden, maar integendeel, een voorbeeld zullen blijven voor anderen.