In de jaren 1960 groeiden Benoît en Mady op in Bouillon, de stad van de beroemde kruisvaarder Godfried van Bouillon. De moeder van Benoît is gestorven en zijn zwarte vader heeft hij nooit gekend. Het maakt de jongen een makkelijk mikpunt van pesterijen. In het schooltoneel over het leven van Godfried van Bouillon, krijgt Benoît de rol van de Moorse tegenstander van de kruisvaarder terwijl Thierry, een van de grootste pestkoppen, in de huid van Godfried van Bouillon kruipt. De mooie Mady neemt het op voor Benoît en ze beleven een korte idylle, tot Benoît met zijn grootmoeder uit Bouillon wegtrekt. Als Benoît de knappe Mady jaren later terugziet, wordt hij geconfronteerd met zijn verleden en de pijnlijke herinnering aan hun prille liefde, in de kiem gesmoord door de angst voor wat anderen ervan zouden zeggen…