Doel van de testDe DSVH is een gedragsbeoordelingsschaal voor de diagnostiek van dementie bij volwassenen met een verstandelijke beperking. De test is geschikt voor afname bij alle niveaus en alle soorten van verstandelijke beperking. De schaal is zo opgesteld dat subtiele veranderingen al vanaf het begin van de dementie op betrouwbare en valide wijze in kaart worden gebracht. Bij dementerende cliënten met een verstandelijke beperking is het van groot belang dat in een zo vroeg mogelijk stadium de begeleiding aangepast wordt aan het niveau van functioneren. Juiste begeleiding van cliënten heeft een positieve invloed op de kwaliteit van leven. Afname van de DSVH leidt tot de classificatie 'dement' of 'niet dement'. De resultaten geven ook inzicht in:• het onderscheid tussen de ontwikkelingsachterstand ten gevolge van de verstandelijke handicap en de achteruitgang op latere leeftijd;• het stadium van dementie waarbij de symptomen horen;• de aard en de snelheid van de veranderingen;• het onderscheid tussen de symptomen van aandoeningen die gepaard gaan met verschijnselen die lijken op die van dementie en de symptomen van dementie.Toepassing• Diagnostiek: het vroegtijdig en betrouwbaar kunnen classificeren van betrokkenen als ‘dement’ of ‘niet dement’;• Kwalitatieve analyse: het verkrijgen van kwalitatieve aanwijzingen over de vraag of de symptomen passen bij een eerste, tweede, derde of vierde stadium van dementie;• Monitoring: het in kaart brengen van de snelheid van achteruitgang of het herstel van vaardigheden;• Differentiaaldiagnostiek: het bijdragen aan de besluitvorming over andere oorzaken van of verklaringen voor waargenomen achteruitgang in functioneren.Wat meet de DSVH?De DSVH bevat 60 vragen over aan dementie gerelateerde verschijnselen. Afname van de DSVH geeft gedetailleerde informatie over het gedrag van de betrokken persoon met betrekking tot deze verschijnselen. De DSVH brengt in kaart of het verschijnsel zich wél of niet voordoet, sinds wanneer het zich voordoet en hoe het zich manifesteert. Tevens wordt met de DSVH informatie verzameld over hoe het verschijnsel zich gedraagt in de loop van de tijd: doet het zich stabiel voor, zijn er verslechteringen of juist verbeteringen waarneembaar? Afname van de DSVH geeft inzicht in hoe de verschillende, bij een betrokkene opgetreden of juist niet opgetreden, verschijnselen kunnen samenhangen. Ook bevat de DSVH 30 vragen voor differentiaaldiagnostiek die aanwijzingen geven over eventuele andere oorzaken van de verschijnselen. Deze differentiaaldiagnosevragen omvatten de volgende gebieden: visueel functioneren, gehoor, pijn, hypothyreoïdie, medicatie, foliumzuurdeficiëntie, depressie, CVA en slaapproblemen.Voor wie?De DSVH wordt ingevuld door gedragsdeskundigen op basis van een gestructureerd interview met één of twee informanten die de te onderzoeken persoon goed kennen. Informanten kunnen bijvoorbeeld naaste verwanten zijn of persoonlijk begeleiders. Bij voorkeur is ook de betrokken cliënt bij het interview aanwezig. De gedragsdeskundige die de DSVH gebruikt heeft bij voorkeur een testbevoegdheid c.q. diagnostische registratie. Ervaring met het onderzoeken van intelligentie en adaptieve vaardigheden van mensen met een verstandelijke handicap is wenselijk. De DSVH is geen vragenlijst die ter invulling kan worden uitgedeeld aan informanten.Afname en scoringDe DSVH bevat 60 vragen over het gedrag van de persoon met een verstandelijke handicap. Ook bevat de DSVH 30 differentiaaldiagnosevragen die tijdens het interview gesteld kunnen worden. Afname van het eerste interview duurt ongeveer 60 minuten. Wanneer er zich weinig veranderingen voordoen, is voor vervolginterviews minder tijd nodig.NormenOp basis van uitgebreid psychometrisch onderzoek werden beslisregels geformuleerd die worden toegepast op de individuele testscores. Op deze manier wordt het gedrag van de onderzochte persoon geclassificeerd als wel of niet kenmerkend voor dementie.Materiaal• DSVH handleiding• DSVH scoreformulieren (per 25)