Wat gebeurt er als een patiënt verschillende geneesmiddelen tegelijkertijd gebruikt? Waarom moet de assistente doorwerken als een gipsafdruk van een gebit wordt gemaakt? En waarom bij een zwangerschapstest juist even geduld hebben en de handelingen in de juiste volgorde uitvoeren?Om de processen achter deze handelingen te begrijpen en beroepsvaardigheden goed te kunnen uitvoeren, is kennis van natuur– en scheikunde onontbeerlijk. Basiskennis schei– en natuurkunde behandelt de basiskennis die elke dokters–, apothekers en tandartsassistent in opleiding nodig heeft. De assistente leert om deze kennis toe te passen in de beroepspraktijk, bijvoorbeeld de vaardigheid 'bereiden' voor apothekersassistenten, bloeddrukmeting en laboratoriumbepalingen bij doktersassistenten en het maken van röntgenfoto's of gipsafdrukken in de tandartsenpraktijk.Basiskennis schei– en natuurkunde is geschikt voor het vergroten en opfrissen van scheikunde en natuurkunde kennis. Alle voorbeelden komen zoveel mogelijk uit de dagelijkse praktijk van apothekers–, dokters– en tandartsassistenten. Aan het eind van ieder hoofdstuk staan vragen en uitwerkingen.