Doel van de testDe VFO geeft bij kinderen en jongeren een indicatie of er sprake is van sociale onthechting, emotionele onthechting of een combinatie daarvan. Afname is geïndiceerd bij kinderen die zich riskant, onverantwoordelijk en egocentrisch gedragen, die een beperkte gewetensfunctie hebben, een gebrek aan empathie vertonen of geen blijk geven van gevoelens als schuld, spijt en berouw. In de literatuur worden deze persoonlijkheidskenmerken vaak samengevat onder de term psychopathie. Kenmerkend voor deze kinderen is een diep geworteld gebrek aan emotionele en sociale binding. Gebruik van de VFO helpt bij het vroegtijdig opsporen van emotioneel en sociaal onthechte kinderen en maakt het mogelijk om via preventieve interventies te voorkomen dat bij hen ernstig agressief en anti- sociaal gedrag tot ontwikkeling komt. Toepassing• Screening: wordt gebruikt in het onderwijs voor het opsporen van psychopathie.• Diagnostiek: inzetbaar in het diagnostisch proces in de jeugdzorg en jeugd GGZ• Behandeling: brengt de voortgang en de effectiviteit van behandelingen in kaartDe Vragenlijst Fundamentele Onthechting staat op de lijst van de commissie Indicatiestelling (WAII) als aanbevolen test voor indicatiestelling voor het speciaal onderwijs en leerlinggebonden financiering. Wat meet de VFO?De Vragenlijst Fundamentele Onthechting is een instrument waarmee aan de hand van gedragsbeoordelingen kan worden nagegaan of kinderen kernsymptomen vertonen die duiden op het syndroom van fundamentele onthechting, oftewel psychopathie. De specifieke vormen van fundamentele onthechting die worden onderscheiden zijn:• sociale onthechting (dominant, manipulatief en intimiderend gedrag)• emotionele onthechting (gewetenloos, emotieloos en egocentrisch gedrag)• sociaal-emotionele onthechting (een combinatie van bovenstaande vormen)Voor wie?De VFO wordt ingevuld door beoordelaars die goed op de hoogte zijn van het gedrag van het kind. Vaak zijn dit de ouders of leerkrachten. Daarnaast kunnen bijvoorbeeld maatschappelijk werkers, groepsleiders, psychologen, orthopedagogen en andere professionele hulpverleners die het kind goed kennen het instrument invullen. De uitslag mag alleen geïnterpreteerd worden door psychodiagnostisch bevoegde professionals. Afname en scoringDe VFO bestaat uit zestien specifieke vragen over gedragsproblemen op de hierboven beschreven dimensies. De beoordelaar dient aan te geven in welke mate er in het voorafgaande half jaar bij het kind sprake was van de genoemde gedragsaspecten. Het gedrag wordt daarbij beoordeeld op frequentie en stabiliteit. Het invullen van de VFO duurt circa tien minuten. Afnemen en scoren kan handmatig worden gedaan en digitaal via Testweb. Belangrijk: u kunt dit screeningsinstrument alleen afnemen indien u over de VFO-handleiding beschikt.NormenInterpretatie van de scores vindt plaats door het vergelijken van de individuele testscores met normen die het onderscheid tussen wel en geen problematiek weergeven. Hiervoor kan men theoretische en empirische afkappunten gebruiken. Voor de interpretatie worden in de handleiding de volgende normen verstrekt:Algemene jeugdbevolking, ouders • algemeen (meisjes en jongens 4 t/m 18 jaar)• meisjes 4 t/m 11 jaar• jongens 4 t/m 11 jaar• meisjes 12 t/m 18 jaar• jongens 12 t/m 18 jaarAlgemene jeugdbevolking, leerkrachten • algemeen (meisjes en jongens 4 t/m 18 jaar)• meisjes 4 t/m 11 jaar• jongens 4 t/m 11 jaar• meisjes 12 t/m 18 jaar• jongens 12 t/m 18 jaarKlinische normgroep ODD/CD/PPD- kinderenMateriaalVFO-handleidingVFO-scoreformulieren (per 25)