Jos Vos groeide op in Genk, studeerde in Kent, huwde een Japanse met wie hij drie kinderen kreeg en leefde ruim tien jaar in Osaka en Kyoto voordat hij zich in Oxford vestigde. Dit boek – enerzijds een meer van herinneringen, anderzijds een wonderlijke staalkaart van passies en aversies – is nadrukkelijk geïnspireerd op Sei Shonagons Het hoofdkussenboek waarin deze keizerlijke hofdame alles noteerde wat haar beviel én tegenstond. Dus vinden we bij Vos in een volgestouwd rariteitenkabinet Het verhaal van Genji en de poëzie van Basho, Japanse tempeltuinen en Genkse Eén-Meifeesten, Siouxsie Sioux, Berlioz, Perec, Geerten Meijsing, Led Zeppelin, Rameau, Dickens, ‘Hebban olla vogala’ en nog veel meer naast elkaar.