Na lezing van Dat kan mijn kleine zusje ook weet de lezer:
• dat niet alle conceptuele kunst flauwekul is;
• dat Picasso een grootheid is (maar Cézanne beter);
• dat Jackson Pollock niet kliederde;
• dat Dalí met zijn snor schilderde;
• dat een pisbak de loop van de kunst-geschiedenis veranderde;
• en waarom ieders kleine zusje dit écht niet zou kunnen.
Waarom is moderne kunst wat het is? Waarom wordt een onopgemaakt bed als kunst tentoongesteld? Waarom is een uitvergroot roze opblaasbaar varken zo verrekte veel geld waard? Elke museumbezoeker vraagt het zich wel eens af: is dit nu kunst? Is dit nu zo veel waard?
In Dat kan mijn kleine zusje ook prikt de vermaarde Engelse kunstkenner Will Gompertz het preten-tieuze kunstgebazel door en geeft hij op heldere en enthousiaste wijze antwoord op de belangrijkste vragen die elke kunstbeschouwer zich wel eens stelt. Een bezoek aan een museum of galerie zal na lezing van Dat kan mijn kleine zusje ook niet meer zo intimiderend zijn, en bovendien wel veel interessanter en leuker.