De verhalen die Ivan Toergenjev schreef voor zijn bundel Aantekeningen van een jager (ook wel Jagersverhalen) zouden hem op slag beroemd maken. In die korte schetsen komt een rondtrekkende verteller, meestal op jacht, mensen tegen wier verhaal hij optekent. Behalve een prachtige verbeelding van het Russische landleven in de negentiende eeuw was dit ook de eerste keer dat een schrijver de lijfeigenschap aan de kaak durfde te stellen. Toergenjev droeg als voorvechter van vrijheid en democratie actief bij aan de beƫindiging daarvan. Niet alleen met zijn verhalen maar ook door zelf, als grootgrondbezitter, zijn lijfeigenen de vrijheid te schenken. Eenzelfde betrokkenheid en rechtvaardigheidsgevoel is in zijn verhalen voelbaar. Door verwikkelingen in het leven van de kleine Russische adel op haar idyllische, verwaarloosde landgoederen laat hij steeds opnieuw zien waarom de dingen niet anders dan mis konden lopen.
In handen van vertaler Froukje Slofstra krijgen de verhalen van Toergenjev het Nederlands dat ze verdienen. Net als eerder bij zijn verzamelde romans doet zij recht aan zijn zachtaardige en kalme stijl. Behalve Aantekeningen van een jager bevat deze uitgave onder veel meer de verhalen Moemoe, Eerste liefde, Een koning Lear uit de Russische provincie en Lentebeken.