Als verhalenschrijver is Konstantin Paustovski een meester in de traditie van de grootste Russische klassieken, zoals Tsjechov, Lermontov en Boenin. De verhalen in 'De muziek van de herfst' vinden hun oorsprong in Paustovski’s talloze omzwervingen en ontmoetingen met zeer uiteenlopende en interessante mensen. Het liefst schrijft hij over de eenvoudige lieden en onbekenden die hij tegenkomt: ambachtslieden, herders, veerlui, boswachters, en over zijn boezemvrienden, de dorpskinderen. Altijd is zijn proza romantisch gestemd.
De lezer volgt Paustovski door de eindeloze Russische landschappen, waarvan in steeds andere tinten en tonen de weemoed, de poëzie, de meeslependheid van het leven wordt beschreven.
'De muziek van de herfst' bestaat voor het overgrote deel uit nooit eerder in het Nederlands verschenen verhalen, waardoor deze verzameling de meest complete en diverse tot nu toe is.