In 'Op straat slapen de honden' loopt Guido van Hengel mee met de straathonden in de steden van Bosnië en Servië, opvolgerstaten van het verdwenen Joegoslavië. Langs de stoepen, in de parken en op de pleinen observeert hij hoe het trauma van de oorlogen in de jaren negentig en de daaropvolgende kapitalistische golf de samenlevingen hebben ontwricht.
De straathonden zijn slachtoffer van die jaren van ingrijpende veranderingen. Door de conflicten en de naoorlogse armoede lieten berooide mensen hen achter op straat. Los van de halsband en de ketting maakten deze dieren kennis met de vrijheid, en het geweld dat daarin schuilt.
De straathonden brengen Guido van Hengel en de lezer verder terug in de geschiedenis van dit deel van Europa; naar het beleg van Sarajevo, de poedels van dictator Tito, de nazilegers en hun Duitse herders, en de dierlijke metaforen en metamorfosen in de epische volksgedichten.
'Op straat slapen de honden' is een overpeinzing over het gedeelde lot van dieren en mensen en een studie op straat, naar hoe we ons daar vrij en veilig kunnen voelen – op twee voeten, en op vier.