Margaretha Jacoba ‘Iteko’ de Neufville zou een van de populairste schrijfsters van de eerste helft van de negentiende eeuw worden, maar in 1803 was haar hart vooral vol van liefde voor Henri Smissaert. Een ongelukkige liefde, want van haar vader mocht de welgestelde Iteko niet met hem trouwen. Ze schreef erover in dagboeken, waarin ze ook kritisch keek naar de gebeurtenissen en de maatschappij van haar tijd. De verwachtingen die de maatschappij had van vrouwen en ook van mannen – waaronder een geschikt huwelijk – en De Neufvilles eigen ideeën daarover lopen als een rode draad door de dagboeken, en later ook door de romans en geschiedenissen die ze publiceerde.
Historica en schrijfster Mariëlle Hageman vond het testament van De Neufville. Daarin laat ze twee ‘kastjes’ met dagboeken na. Niemand mocht ze lezen, liet ze opnemen, totdat haar broer had besloten wat ermee moest gebeuren: verbranden of bewaren. Alleen die van de jaren 1803–1807 bleven bewaard.
Mariëlle Hageman reconstrueert op sprankelende wijze een periode uit het leven van De Neufville, en gaat op zoek naar hoe het haar verder verging. Ze biedt daarmee een ongekend intieme inkijk in een negentiende-eeuws vrouwenleven.