Een man die in een witte vrouwenmantel door het drukke centrum van een stad rent, de menigte ontvlucht, naar een plek waar niemand hem nog kan volgen. Een ander die plots een brief ontvangt – een dreigbrief? Van wie? In wat voor onbegrijpelijke taal? Een verhalenventer op een klein station, die zijn teksten aan reizigers probeert te slijten, al passeren er steeds minder treinen. De personages die Oğuz Atay in zijn verhalenbundel opvoert, staan Turkse lezers in het geheugen gegrift.
Oğuz Atay heeft de moderne Turkse literatuur blijvend heeft veranderd. Zijn werk is als ‘een soort DNA’, zoals een schrijfster het ooit formuleerde, dat doorwerkt in de teksten van de auteurs na hem – om te beginnen Orhan Pamuk.
Atays personages zijn hartverscheurend in hun twijfels over zichzelf, in hun zoektocht hoe zich te verhouden tot anderen, tot het systeem, tot een maatschappij die zelf ook op zoek is naar een identiteit.
Met zijn wanhoop en zijn razernij, zijn speelsheid en zijn humor grijpen zijn verhalen iedere lezer aan, ook buiten Turkije. Dat bleek uit zijn eerder vertaalde roman Het leven in stukken, die in de Nederlandse pers lovend werd besproken. Het blijkt ook uit Wachten op de angst.