De Weimarrepubliek was de eerste democratie op Duitse bodem. Zij werd in 1918 weinig gelukkig geboren, aan
het einde van een verloren oorlog en te midden van een revolutie. De republiek ging in 1933 met de machtsovername van Hitler ten onder.
Toch was de Weimarrepubliek veel meer dan een voorspel tot Hitlers Derde Rijk. In dit boek wordt de
Weimarrepubliek nu eens niet benaderd vanuit haar eindpunt maar vanuit haar vitaliteit en potentie. De
Weimarrepubliek staat ook voor de emancipatie van de vrouw en de Joden, het ontstaan van een moderne
verzorgingsstaat, het Bauhaus, de Dreigroschenoper en de boeken van Alfred Döblin, Thomas Mann en Joseph Roth.
Overtuigde democraten waren bereid de Weimarrepubliek te verdedigen. Hitlers nsdap behaalde bij verkiezingen
in 1928 niet meer dan een schamele 2,6%. En toch ging de Weimarrepubliek in 1933 ten onder. Wat waren de kwetsbaarheden van de eerste Duitse democratie? Welke lessen heeft Weimar ons te bieden?
Naast veel andersoortige bronnen citeert Dassen veelvuldig uit de ‘Abelpapers’, autobiografieën die een unieke
inkijk geven in de ‘ziel’ van vroege leden van de NSDAP – gewone mensen, die levendige verhalen schreven over
gekrenkte nationale trots, maar ook over de hoop op een herboren Duitsland waarin iedereen gelijk was. Van deze bijna zeshonderd Abelpapers zal later bij Van Oorschot nog een aparte uitgave verschijnen.