Hoe wordt intelligentie eigenlijk gemeten? Het lijkt een simpele vraag, maar er blijken in het Nederlands taalgebied tal van intelligentietests te bestaan, in allerlei verschijningsvormen en met verschillende uitgangspunten. Nederland en Vlaanderen mogen zich gelukkig prijzen met - over het algemeen - goed genormeerde tests voor diverse doelgroepen en gericht op een scala aan doeleinden, zoals preventie, selectie, plaatsingsbeslissingen en specifiekere psychodiagnostische vraagstellingen.
Het Handboek intelligentietheorie en testgebruik biedt een handzaam overzicht van intelligentietests, intelligentiemeting en belangrijke thema's die samenhangen met het intelligentieterrein: theorieën, modellen, classificatie van scores van hoog- tot laagbegaafdheid. Ook de toepassing van deze onderwerpen in het gehele proces van psychodiagnostiek komt aan bod. De nadruk ligt op het CHC-model van intelligentie en de wijze waarop dit model zichtbaar wordt in de diverse tests en beschrijvingen van testuitkomsten.
Het handboek is als studie- en naslagwerk onmisbaar voor een goede beroepsuitoefening van psychologen en pedagogen en biedt handvatten aan iedereen die zich bezighoudt met intelligentiemeting en -onderzoek op opleidingen, in instellingen en bij bedrijven. Daarnaast is het bedoeld voor studenten psychodiagnostiek op hbo- en universitair niveau. Het Handboek intelligentietheorie en testgebruik verschijnt in de serie Psychodiagnostiek.
Professor dr. Wilma C.M. Resing is hoogleraar cognitieve ontwikkeling, in het bijzonder op het terrein van de intelligentiediagnostiek en het dynamisch testen bij de sectie Ontwikkelings- en Onderwijspsychologie van de Universiteit Leiden.
'Met dit boek geeft Wilma Resing een compleet en duidelijk overzicht van alle gangbare intelligentietests. Dit is een must have voor iedere (aankomende) diagnosticus.'
Roel Verdel, onderwijsadviseur HCO