In Kindertrein uit Boedapest stapt Emy Koopman op de trein naar Hongarije, samen met de geest van haar grootmoeder, Mariska Muskovics. In het interbellum reisde Mariska, zoals duizenden andere vermagerde Hongaarse kinderen, met een zogenoemde kindertrein naar Nederland. Het doel: een paar maanden aansterken in een rustiger, welvarender omgeving, en dan weer terug. Maar Mariska bleef. Waarom keerde zij nooit terug naar haar familie in Boedapest?
Met een verroeste Nightjet maakt Emy dezelfde reis als haar grootmoeder destijds, maar nu in omgekeerde richting: vanuit Amsterdam via Wenen naar Boedapest. Het is het begin van een zoektocht naar een verloren geschiedenis. Eenmaal onderweg beginnen perspectieven, werkelijkheid en fictie door elkaar heen te lopen.
Uit de flarden van overgeleverde verhalen en archiefmateriaal wordt een wonderschone nieuwe vertelling geweven. In dit deel van de Spoorslag-reeks maakt Emy Koopman de doorwerking van het verleden op onnavolgbare wijze invoelbaar.