In De jas met alle kleuren vertelt Onno Bosma, levenspartner van oud-minister Ella Vogelaar, met bezieling over hun liefde en haar zelfgekozen dood, die hem met veel vragen achterliet. Het is een indringend relaas over zielsverwantschap en rouw.
‘Als ik werkelijk niet meer door kan gaan, zou jij dan, denk je, zou jij me dan misschien willen helpen?’ Nadat Ella de vraag had uitgesproken, zou die Onno niet meer loslaten. Niet lang daarna maakte ze – na een geschiedenis vol depressies, afgewisseld met lange periodes van geluk – een einde aan haar leven. In één klap veranderde zijn wereld compleet.
Om dit te verwerken had Onno maar één optie: openheid. Minutieus verslag doen van bijna veertig jaar samenzijn, van de laatste momenten voor haar overlijden en de leegte die daarop volgde. Dit boek is een schrijnende bijdrage aan de discussie over euthanasie wegens psychisch lijden. Het is tevens een liefdevol portret van een bijzondere persoonlijkheid door degene die het dichtst bij haar stond. Maar bovenal is het een ontroerende getuigenis van een grote liefde.