Het woord ‘eenzaamheid’ zingt rond. Hoogbejaarden zouden vereenzamen omdat hun wereldje steeds kleiner
wordt. Jongeren omdat ze worden opgeslokt door hun smartphone. Werkende mensen omdat ze geen tijd hebben
voor niet-functionele contacten. Bezorgde beleidsmakers verzinnen maatregelen om eenzaamheid te ‘bestrijden’.
Het begrip zelf wordt echter weinig onderzocht.
In haar nieuwe boek verkent Marjan Slob het begrip. Eenzaamheid is het gevoel dat je krijgt als je een tekort aan
verbondenheid ervaart. Als je eenzaam bent, lijd je aan wat er niet is: je kunt je voorstellen hoe je situatie is maar ook hoe die had kunnen zijn. Daarmee rust dit gevoel op typisch menselijke vermogens, met name zelfreflectie en verbeeldingskracht.
Aan de hand van gedachten van filosofen maar ook van voorbeelden uit film, literatuur, populaire cultuur en eigen
ervaring laat Marjan Slob zien dat eenzaamheid bij de mens hoort en belicht zij welke vormen het verschijnsel
kan aannemen in verschillende levensfasen – van jong tot oud.