Nadat de nazi's in 1945 door de geallieerden waren verslagen, hoopten de Oost-Europeanen dat ze de vrijheid in hun land zoals ze die hadden gekend van vóór de oorlog, zouden terugkrijgen. In plaats daarvan werden ze onderworpen aan een regime dat in veel opzichten net zo inhumaan zou worden als dat waaraan ze net waren ontsnapt: het communistisch systeem.
In IJzeren Gordijn laat historica Anne Applebaum zien hoe het communisme de Oostbloklanden in de jaren na de oorlog als het ware inlijfde. Door een agressieve politiek werd de macht van liberale politieke partijen, de kerk, de media, jongerenbewegingen in slechts enkele jaren uitgehold, en werden miljoenen burgers onderworpen aan een totalitair systeem.
Op basis van persoonlijke verhalen van ooggetuigen en materiaal uit onlangs geopende archieven schrijft Applebaum over het dagelijks leven in een dictatuur. Ze schetst de dramatische problemen waarvoor zij zich zagen gesteld: ze moesten zich proberen aan te passen aan een manier van leven die hun individuele vrijheden had ontnomen, op straffe van uitsluiting en verbanning. IJzeren Gordijn is een aangrijpend boek over een uiterst brute periode in de Europese geschiedenis van de twintigste eeuw.