Lemaire beschrijft de ontmythisering van de westerse ruimte vanaf het moment dat het landschap door Petrarca "ontdekt" werd tot aan de totale publicatie daarvan in de fotografie en de gretigheid van het toerisme. Deze beschrijving wordt gevat in zeer fundamentele beschouwingen over het landschap als cultuur, de rituele herhaling rond een heilig middelpunt, het reizen, wandelen en wonen, over stad en platteland, over prehistorie en volksgeloof, en over de mythische verschrikkingen van het middaguur. Een samenhangend stuk cultuurfilosofie, behorend tot het beste wat er op dit gebied gepubliceerd is.