Wetenschappers nemen paranormale ervaringen nauwelijks serieus. Vroeger was dat anders. Het concept paranormaal bestond niet eens. Voor filosofen als Kant, Schopenhauer en Bergson waren het hooguit bijzondere, intrigerende ervaringen.
William James, die uitgebreid studie maakte van spiritistische mediums, noemde ze wilde beesten in de filosofische woestijn.
Dit boek maakt duidelijk dat voor veel filosofen van Kant tot Derrida omstreden verschijnselen als telepathie en helderziendheid een serieus studieobject vormen. De auteurs bestuderen veelzeggende teksten van filosofen die tot nu toe weinig aandacht kregen. Ze laten zien hoe elk van deze denkers op eigen wijze een serieuze interpretatie probeerde te geven van zulke ervaringen, die op het eerste gezicht ons begrip te boven lijken te gaan.
Dr. Hein van Dongen is filosofisch consulent, docent en onderzoeker voor diverse instellingen.
Prof.dr. Hans Gerding is directeur van het Parapsychologisch Instituut te Utrecht en bijzonder hoogleraar Metafysica in de geest van de theosofie aan het Instituut voor Wijsbegeerte van de Universiteit Leiden.
Dr. Rico Sneller is universitair docent Wijsgerige ethiek aan het Leids Instituut voor Godsdienstwetenschappen.