Zoals Fantoommerrie geen vervolg was op maar eerder een verdieping ná Kalfsvlies, zo zet Marieke Lucas Rijneveld met Komijnsplitsers opnieuw een grote stap in haar dichterschap. In acht afdelingen onderzoekt Rijneveld wat het betekent om te wonen: in een huis, in jezelf en in verhoudingen tot anderen. Wie of wat heb je nodig om een compleet mens te zijn? In een van de gedichten wordt verhaald over het verlangen één ruimte te zijn, iemand zoekt een brandtrap uit deze dag, trekt in plaats van een grijs vest een jongen aan. De vrees om iemand te worden die de ander niet kan hebben – ‘om de verkeerde mens om je beenderen te vormen’ – vormt het grootste gevaar voor het maar al te herkenbare en hoopvolle verlangen naar groei. In een taal die naar adem hapt en het zweet van het voorhoofd veegt, staat Komijnsplitsers als een huis.