Hofstadter geeft een briljante en zeer oorspronkelijke interpretatie van de drie genieën: de wiskundige Gödel, de grafi cus Escher en de componist Bach. Met dit populairwetenschappelijke werk beïnvloedde hij een generatie fi losofen, computergekken, wiskundigen en taalkundigen. Aan de oppervlakte worden de gemeenschappelijke elementen in de werken en levens van Gödel, Escher en Bach besproken. Op een dieper niveau is het boek een weergave van de concepten die ten grondslag liggen aan wiskunde, symmetrie en intelligentie. Dit is geen boek over muziek en kunst, maar over hoe waarneming en denkwijzen hun oorsprong hebben in diep verstopte neurologische mechanismen. Hofstadter ontving in 1980 de Pulitzerprijs voor deze internationale bestseller en nog steeds, ruim dertig jaar later, is er geen beter boek geschreven voor wie iets wil begrijpen van de manier waarop niet alleen kunstmatige maar ook menselijke intelligentie werkt.