De filosoof Diogenes werd bij leven bewonderd én verguisd. Geboren
in de vierde eeuw voor Christus aan de Zwarte Zeekust, in hedendaags
Turkije, kwam hij als banneling in Athene terecht en later in Korinthe.
Zijn aanpak was even onorthodox als zijn ideeën. Diogenes gaf geen les,
schreef geen traktaten en ging niet uitgebreid in debat met collega’s: hij
belichaamde zijn visie van eenvoud en autonomie door in een aardewerken
pot op het marktplein te leven, beschikbaar voor vragen en zichtbaar
voor wie van hem wilde leren.
Grootheden als Plato en Alexander de Grote waren onder de indruk
van Diogenes, maar hij niet van hen. Na zijn dood hadden Diogenes’
ideeën grote invloed op het stoïcisme – zijn volgeling Crates was de leraar
van Zeno – het epicurisme en zelfs op de vroege christenen. Vandaag de
dag staat Diogenes vooral bekend als de gekke filosoof, de man die ‘de
Hond’ werd genoemd en die zijn behoeften in het openbaar deed, enzovoort.
Deze filosofische biografie legt de radicale, scherpe geest achter
die clichés bloot. Diogenes leert ons goed te leven naar de rede, met (en
niet ondanks!) ons lichaam.