‘Romeinen imiteren de Grieken, maar de satire is van ons,’ zei in de oudheid een professor in de retorica. Het sarcastische hekeldicht werd inderdaad ‘uitgevonden’ door de Romeinse dichter Juvenalis (ca. 100 n.Chr.). Enkele van de zestien hekeldichten die hij als een vroege stand-upcomedian voordroeg zijn beroemd geworden: die op vrouwen, op het literaire leven, op de drukke wereldstad (Rome) en op de Raad van State die vergadert over het bakken van vis voor de keizer.
‘Wie bewaakt de bewakers?’, ‘Brood en Spelen’ en niet te vergeten ‘Een gezonde geest in een gezond lichaam’. In deze nieuwe vertaling gebruikt Piet Schrijvers modern Nederlands en behoudt hij waar mogelijk de metrische vorm. Elke satire wordt in deze vertaling voorafgegaan door een beknopte inleiding over achtergrond en receptie. Ook zijn twee essays toegevoegd over Juvenalis als Romeins conferencier en de receptie van zijn werk in Nederland.
In het tweede deel kan de lezer kennismaken met de zes satiren van Juvenalis’ collega Persius (ca. 50 n.Chr.), die hier voor het eerst in een Nederlandse metrische vertaling verschijnen. Dit zestal bekritiseert het menselijk doen en laten vanuit de stoïsche filosofie.