Na de dood van zijn moeder wil Frans Laarmans een nieuw leven beginnen. Hij meldt zich ziek en begint een agentschap in Edammer kazen. Alle onderdelen van het nieuwe beroep krijgen zijn volle aandacht, behalve de verkoop. Aan het eind van het verhaal gaat hij maar weer naar zijn oude kantoor, met twintigduizend kilo kaas in het pakhuis.
Niet zonder ingehouden humor laat Elsschot het noodlot op strakke, klassieke wijze zijn werk doen. Zijn programmatische inleiding is zo mogelijk nog klassieker.