Het Latijn is eeuwenlang voertaal geweest, eerst van een
groepje boeren in en rond Rome, later van een heel wereldrijk,
van de kerk en van literatuur en wetenschap. Hoe komt
het dat de taal het zo lang, ruwweg van 750 vóór tot 1750 ná
Christus, heeft volgehouden, en hoe konden op een gegeven
moment volkstalen het Latijn verdringen? In dit boek zoekt
Jan Bloemendal naar antwoorden op die vragen.
Zijn zoektocht voert langs culturen en tijden die met Latijn
verbonden waren zoals de klassieke cultuur van de oudheid,
de Karolingische cultuur in de middeleeuwen en de
humanistische cultuur van de renaissance, langs schrijvers,
denkers en kerkvaders, langs docenten, monniken en kopiisten,
en langs wetenschappers, reizigers en kunstenaars. Het
beeld dat oprijst is dat Latijn van wezenlijk belang is voor de
cultuurgeschiedenis van Europa.
Onmisbaar voor elke gymnasiast of leerling Latijn en wie
daarvoor door wil gaan.