Lie Alma-Heijnen (1909-1990) raakte als jonge onderwijzeres uit de arme Drentse veenstreek overtuigd van het socialisme als antwoord op de enorme armoede en ongelijkheid die ze om zich heen zag. De opkomst van het fascisme in Duitsland versterkte die overtuiging en bracht haar uiteindelijk bij de vredesbeweging en later het communisme. Vanwege haar talent voor het houden van redevoeringen groeide Alma-Heijnen in korte tijd uit tot een bekend gezicht in de links-activistische, antifascistische beweging, waar ze ook haar latere man, de kunstenaar Peter Alma, leerde kennen. Haar positie als voorzitter van de Nederlandse afdeling van het communistische Wereld Vrouwen Comite tegen Oorlog en Fascisme bracht haar midden in de internationale, communistische vrouwenvredespolitiek van de jaren dertig.
De rol van vrouwen in de geschiedenis is lang onderbelicht gebleven. Het leven van Lie Alma-Heijnen is exemplarisch voor het leven van veel andere vrouwen in de jaren dertig: de oorlogsdreiging, het opkomende fascisme, de economische crisis, de bezuinigingspolitiek van het kabinet-Colijn en de gevolgen hiervan voor vrouwen. Haar biografie biedt hiermee een nieuwe invalshoek op de Nederlandse politiek en haar sociale geschiedenis.
Seran de Leede is verbonden aan de Universiteit Leiden en houdt zich bezig met onderzoek naar vrouwen in de context van politiek geweld.