Militaire geestelijken vormden een belangrijk onderdeel van de Nederlandse krijgsmacht tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog in Indonesië. Honderden predikanten en priesters werden in de tweede helft van de jaren 1940 in uniform uitgezonden om de troepen geestelijk bij te staan en het militaire moreel te versterken. Ook de militaire geestelijken waren heilig overtuigd van de rechtvaardigheid van het Nederlandse optreden. God had Nederland geroepen om de koloniale orde te herstellen, zo luidde hun boodschap in woord en daad. Met gevaar voor eigen leven vergezelden zij militairen op patrouilles en bij aanvalsacties. Daarbij waren zij getuige van extreem geweld, van brandende kampongs, martelingen en executies.
Wie waren deze militaire geestelijken en wat was precies hun taak in oorlogstijd? En veranderde er iets in hun houding door de harde oorlogsomstandigheden? Op basis van diepgravend archiefonderzoek vertelt Koos-jan de Jager in dit boek hun verhaal. Oorlog zonder genade schetst een schokkend beeld van het aandeel van de Nederlandse kerken aan de genadeloze oorlog in Indonesië.
Koos-jan de Jager studeerde politieke en religieuze geschiedenis in Utrecht en Amsterdam. Hij deed promotieonderzoek aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Momenteel werkt hij als docent onderzoeksjournalistiek aan de Christelijke Hogeschool Ede.