In 1946 opent vakantiehuis De Terrorist de deuren voor weduwen en kinderen van gestorven verzetsstrijders en voor mensen die gewond of getraumatiseerd uit de Tweede Wereldoorlog waren gekomen. Ze gingen gratis op vakantie. Uitwaaien op Ameland, in de hoop dat de zeewind hun tranen zou drogen.
Het huis is een oude barak die de Duitsers neerzetten in de duinen, als onderdeel van verdedigingslinie de Atlantikwall. Oud-leden van het Friese verzet kopen het na de oorlog voor het symbolische bedrag van één gulden en verbouwen het tot een recreatieverblijf. Omdat de nazi’s mannen en vrouwen van de ondergrondse ‘terroristen’ noemden, krijgt het houten onderkomen deze geuzennaam. Tot 1953 bezoeken ruim 2500 vrouwen, mannen en kinderen De Terrorist op Ameland. Ze zingen, spelen en dansen er. En ze delen als lotgenoten hun geschonden verleden. Zo kunnen ze op het Waddeneiland het verdriet van de vaste wal tijdelijk vergeten.
Schrijver en journalist Auke Zeldenrust dook de archieven in en sprak met nabestaanden van deze Amelandgangers. Zo verzamelde hij tal van persoonlijke geschiedenissen, die alle tot op de dag van vandaag doorwerken.